INTERN REGLEMENT
Sint-Truidense Model Aero Club v.z.w.

 (Aanpassing 30 januari 2020)

 

HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

 

Art. 1: Het huishoudelijk reglement is van kracht vanaf het ogenblik dat het door het bestuur is goedgekeurd en via het verslag van de bestuursvergadering is bekend gemaakt. Een kopie van dit reglement is ten alle tijde beschikbaar in de kantine en op onze website. Het huishoudelijk reglement kan aangevraagd worden door ieder lid/aspirant lid. Eventuele wijzigingen kunnen op ieder ogenblik door het bestuur aangebracht worden.

Art. 2: Het clubreglement is van toepassing op ieder lid van de club. Ook gastvliegers dienen er zich naar te schikken. Onwetendheid zal nooit als verontschuldiging kunnen worden ingeroepen.

Art. 3: Overtredingen van dit reglement kunnen door het bestuur bestraft worden met volgende sancties: aanmaning, schorsing, en uitsluiting voor bepaalde of onbepaalde termijn.

Art. 4: Elk lid word er aan gehouden het huishoudelijk reglement en vigerende wetgeving te kennen en eraan te voldoen.

HOOFDSTUK 2: LIDMAATSCHAP EN INSCHRIJVINGSPROCEDURE

Art. 1: Iedereen kan in principe lid worden van de club. De club heeft vliegende leden sympathisanten en ereleden.

Art. 2: Het lidmaatschap vervalt elk jaar op 31 december. Bestaande leden kunnen hun inschrijving vernieuwen tot en met midden februari volgens de procedure zoals beschreven in het volgend artikel.

Enkel personen die voor het lopende jaar aan “alle” administratieve formaliteiten hebben voldaan worden als lid beschouwd, met uitzondering van “ereleden” en “sympathisanten”.

Art. 3: In de loop van de maand januari tot en met midden februari kunnen bestaande leden hun lidmaatschap vernieuwen. Dit kan door middel van de volgende inschrijvingsprocedure.

  1. Nakijken en ondertekenen van het inschrijvingsformulier, deze zal reeds voorgedrukt en op naam geordend aanwezig zijn in onze kantine. Het bestuur voorziet enkele weekends om deze in de kantine na te kijken en te ondertekenen.

Bij ondertekening van dit document verklaart u zich  akkoord met het huishoudelijk reglement van onze vereniging en verklaart u zich eraan te houden.

Minderjarigen dienen vergezeld te zijn van hun ouders of voogd om dit formulier te ondertekenen, voorafgegaan door de vermelding “gelezen en goedgekeurd”.

  1. Nieuwe leden leveren een (bij voorkeur digitale) pasfoto aan de secretaris. Ook leden die graag een andere foto op de lidkaart wensen kunnen deze tijdens de inschrijvingsperiode aan de secretaris bezorgen.
  1. De betaling van het verschuldigde lidgeld door middel van bankoverschrijving met vermelding “[ Naam ]  [ Voornaam ] [ RijksregisterNr ], lidgeld [Jaar]” op het rekeningnummer:
  • IBAN: BE15 3354 1566 2830
  • BIC: BBRUBEBB

Tarieven:

  • Volwassenen 120 euro
  • Jongeren 60 euro (tot en met 18j)
  • Studenten 90 euro (tot en met 24j)

Het niet voldoen van één dezer drie boven vermelde punten (documenten – foto – lidgeld) heeft tot gevolg dat de inschrijving niet weerhouden wordt door het bestuur en verbiedt elke vliegactiviteit. Ook kan het lidmaatschap in de toekomst verboden worden, ook zal er een administratieve kost worden aangerekend van € 10 als aan één van bovenstaande voorwaarden niet voldaan is één maand na de aanvraag tot inschrijving.

Alle ingeschreven “vliegende leden” worden na controle en goedkeuring van het bestuur aangesloten bij de Vereniging voor Modelluchtvaartsport vzw (VML) en genieten op die manier van de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid bij ongevallen. De meest recente polis kan steeds geraadpleegd worden op de website van de VML http://www.flytovml.be

Nieuwe leden en gastpiloten dienen zich vòòr het aanvangen van de eerste vliegactiviteit kenbaar te maken bij de clubsecretaris of voorzitter om er zich van te vergewissen dat voor hem (haar) alle formaliteiten vervuld werden. Onwetendheid zal nooit als verontschuldiging kunnen worden ingeroepen.

Nieuwe leden die een bewijs van lidmaatschap bij de VML kunnen voorleggen kunnen aanspraak maken op een terugstorting van het inschrijvingsgeld ter waarde van het geldende VML-inschrijvingsgeld.

Art. 4: Op uitnodiging van een clublid en met uitzondering van de wedstrijden of meetings die de club organiseert mag een gastvlieger gratis gedurende maximum drie dagen vliegen op het clubterrein. Daarna kan een forfaitair bedrag van 10 euro per dag gevraagd worden. Bovendien zal eerst aan een bestuurslid het bewijs worden geleverd van een geldige binnen- of buitenlandse aansprakelijkheidsverzekering voor schade aan derden of/en zijn vliegbrevet of/en zijn VML-lidkaart.         

Art. 5: Een clublid dat zijn 2-de kind als actief vliegend lid inschrijft hoeft geen SMAC-lidgeld te betalen, uitsluitend nog het geldende VML-lidgeld bedrag.


 

HOOFDSTUK 3: RADIOFREQUENTIES

 

Art. 1: Sedert december 2008 is de 2.4 GHz band in België toegelaten voor gebruik in de modelluchtvaart. Voor nieuwe leden is het vereist om een 2.4 GHz radio installatie te gebruiken. Huidige leden die nog het oude 35 MHz of 40 MHz radio installatie gebruiken mogen dit nog gerust verder doen op voorwaarde dat bij de inschrijving dit duidelijk en compleet vermeld is. Uiteraard moeten de frequenties toegelaten zijn door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (B.I.P.T.), zie bijlage 1: Frequentielijst.

De clubsecretaris zal na de inschrijvingsperiode een lijst met de gebruikte frequenties per piloot beschikbaar stellen in de kantine van de SMAC.

Art 2: Ieder gebruiker van een 35 MHz of 40 MHz radio installatie is verplicht alvorens deze aan te zetten zichzelf te vergewissen op het vliegplein dat er geen andere piloten aanwezig zijn die je eigen frequentie gebruiken.

 

Art. 3: Bij ongevallen die het gevolg zijn van nalatigheid in verband met het gebruik van een 35 MHz of 40 MHz radio installatie, moeten alle kosten van de veroorzaakte schade vergoed worden door diegene die de regels in verband met het gebruik van een 35 MHz of 40 MHz radio installatie overtreden heeft. De verantwoordelijke partij wordt bij betwisting door een aanwezig bestuurslid vastgesteld. Indien de overtreder weigert te betalen zal hij/zij geschorst worden voor onbepaalde duur en kan hij/zij zelfs gerechtelijk vervolgd worden door de SMAC vzw.

 


 

HOOFDSTUK 4: VEILIGHEID ( Algemeen)

 

Art. 1: Het voorkomen van ongevallen begint bij de aankomst op het terrein. Plaats daarom uw wagen op de voorziene parkeerplaatsen. Kies uw parkeerplaats zo dat alle voertuigen zo veel mogelijk gegroepeerd staan. Het is verboden vlak voor de kantine te parkeren uitgezonderd voor laden en lossen van kantinebenodigdheden. Het is verboden te parkeren voor de toegangspoorten tot het vliegterrein, wanneer U niet van plan bent te vliegen verzoeken wij uit beleefdheid de parkeerplaatsen dichtbij de toegangspoorten vrij te laten voor leden die wel vliegen, zodat deze niet ver hoeven te zeulen met materiaal.

Art. 2: Motorvoertuigen mogen op het terrein van de SMAC nooit sneller dan stapvoets (5km/h) rijden.

Art. 3: Het vliegterrein is enkel toegankelijk voor vliegende clubleden, behalve indien uitzondering wordt toegekend door het bestuur. Minderjarige leden mogen enkel vliegen als ze begeleid zijn door een volwassene. De toegang is verboden voor kleine kinderen en huisdieren, zelfs al worden die laatste aan de leiband gehouden.

Art. 4: In de kantine zijn huisdieren enkel toegelaten als zij niet hinderlijk zijn voor andere personen en indien zij absoluut ongevaarlijk zijn.

Art. 5: Bij toestanden waar een reëel gevaar voor de medemens ontstaat, heeft ieder lid het recht en de plicht om dadelijk in te grijpen, het gevaar af te wenden en het bestuur in te lichten van de vastgestelde onregelmatigheden.

Art. 6: Indien zich een ongeval voordoet is elk lid verplicht de volgende acties zonder verwijl uit te voeren:

  1. Een bestuurslid waarschuwen
  2. Bij ernstig lichamelijk letsel de eerste levensreddende handelingen uitvoeren. Zich hierin laten helpen/vervangen door personen met de nodige opleiding.
  3. In een ernstige situatie en bij afwezigheid van een bestuurslid de nooddiensten telefonisch te waarschuwen.
  4. Ieder contact met de pers (radio, TV, krant) vermijden en geen mededelingen doen aan buitenstaanders tenzij aan bevoegde personen in het kader van een Proces Verbaal opgesteld door de politiediensten.

Art. 7: Bij ieder ongeval met stoffelijke schade aan derden en/of lichamelijke letsels zal het clubbestuur worden ingelicht. Dat laatste zal het geijkte ongevalaangifteformulier opstellen en overmaken aan de VML voor behandeling door de verzekeringsinstelling.


HOOFDSTUK 5: PLEINREGLEMENT

 

Modelluchtvaart is een hobby waarbij we moeten beseffen dat we niet met speelgoed aan het werk zijn. De volgende regels zijn opgesteld met de bedoeling het risico op een ongeval met ernstige gevolgen zoveel mogelijk te beperken, en niet om uw plezier te bederven of omdat het clubbestuur het prettig vindt als politieagent te moeten fungeren. Integendeel, als ieder van ons hoogstpersoonlijk een verantwoordelijke houding aanneemt en op een correcte manier diegenen die het “wat losjes” opnemen attent maakt op de mogelijke gevolgen, kunnen de bestuursleden wat geruster zijn. Het zijn zij immers die zich bij een dodelijk ongeval of bij blijvende invaliditeit voor de rechter zullen moeten verantwoorden, met als enig verweermiddel hetgeen verder volgt.

Aan u, beste SMAC-lid, om de veiligheid hoog in het vaandel te stellen en deze regels stipt te volgen.

 

Art. 1: Met uitzondering van meetings en wedstrijden die ingericht zijn door het bestuur is het enkel toegelaten te vliegen van 13.00 tot 19.00 uur of zonsondergang als dat vroeger is. In de maanden waarin het winteruur geldt mag vanaf 12.30 uur worden gestart.  Een uitzondering geldt voor zweefvliegtuigen of toestellen voorzien van een geluidsarme elektrische aandrijving: zij mogen vliegen van zonsopgang tot zonsondergang. Ook toestellen met ongebalanceerde aandrijving kunnen aan de grond gehouden worden, niet alleen voor geluid maar ook voor veiligheidsredenen.

Art. 2: Elke radio-installatie moet technisch in orde zijn. De “fail-safe”-functie – indien aanwezig - zal zodanig worden geprogrammeerd dat in geval van storing het gas dichtgedraaid wordt (“traagloop” voor thermische motoren, motor uitgeschakeld voor Electro). Ook is het lid verantwoordelijk dat de batterijen van zender en ontvanger voldoende zijn opgeladen, alsook dat deze nog veilig zijn in gebruik.

Art. 3: Vóór het inschakelen van een 35 MHz of 40 MHz radio installatie moet men zich vergewissen dat niemand anders op het plein dezelfde frequentie in gebruik heeft. Dit is niet noodzakelijk bij gebruik van 2.4 GHz.

Art. 4: Alle modellen moeten een opstijgmassa hebben die kleiner is dan 25 kg. (Cat.II) van de omzendbrief CIR/GDF-01 van het Directoraat-generaal Luchtvaart, https://mobilit.belgium.be/sites/default/files/downloads/gdf01.pdf)

Verbrandingsmotoren zijn beperkt tot een cilinderinhoud van 160 cc en moeten voorzien zijn van een aangepaste geluiddemper, die de geluidsdruk beperkt tot 80 dBA. Vliegtuigmodellen uitgerust met een turbine en alle varianten ervan zoals b.v. turboprop, turbofan of turboshaft zijn vanaf 2015 volledig verboden. Helikopters met turboprop zijn tot heden nog toegestaan, mits de stuwkracht van 120 N niet wordt overschreden.

Art. 5: Bij het starten van de motor vergewist u zich ervan dat er geen personen in het propellervlak staan en dat alle passende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om ongevallen te voorkomen.

Art. 6: Bij het begin van iedere vliegdag is ieder lid verplicht zich te vergewissen van de goede technische staat van zijn toestel(len) en radioapparatuur. Thermische motoren dienen te worden gestart met de uitlaat in de richting van het veld zodat geen uitlaatgassen en olie op de geparkeerde wagens terechtkomen. De toestellen in de pitts-area worden op één lijn opgesteld. Een tweede lijn is pas toegelaten wanneer er geen plaats meer is op de eerste; op die manier wordt ruimte gewonnen, en verkleint de kans op ongevallen.

 

Art. 7: Zorg ervoor dat uw toestel nooit uzelf of iemand anders kan verwonden door het toestel stevig aan de grond te verankeren d.m.v. beugels of door de hulp in te roepen van een collega. Wijs de persoon die u helpt op de trekkracht van de motor die, vooral bij grotere modellen, onverwacht groot kan zijn.

Art. 8: Op ieder toestel zal (bijvoorbeeld op een etiket in het radiocompartiment) de naam, het adres en het telefoonnummer van de eigenaar zijn vermeld. Op die manier kan bij een crash buiten het terrein niet alleen de verantwoordelijkheid worden vastgesteld (u bent verzekerd…) bij eventuele schade, maar bovendien verhoogt de kans dat kostbare apparatuur zijn eigenaar terugvindt.

Art. 9: Een toestel met draaiende motor mag enkel losgelaten worden buiten de hekkens (pitts-area) en voorbij de volle witte kalklijn die de grens bepaalt van de zone waarin niet getaxied of gevlogen mag worden. Een technische storing kan binnen deze zone ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

Art. 10: Voor iedere start dient de piloot er zich van te vergewissen dat het terrein vrij is en dat er geen landingen aangekondigd werden. Voor het opstijgen zal minimum drie vierde van de beschikbare lengte van het terrein worden gebruikt.. Er dient voorrang gegeven te worden aan zwevers die klaar staan om opgetrokken te worden.

Art. 11: Het is strikt verboden te vliegen boven de kantine, personen, de parkeerplaatsen en op minder dan 200 meter van de huizen in de buurt van het terrein. De start- en landingsbaan wordt enkel gebruikt voor opstijgen en landen. De landingsrichting wordt bepaald door de heersende wind en aangegeven door middel van een pijl, die geplaatst wordt door de eerste piloot die vliegt. Alle volgende piloten schikken zich naar deze opgelegde vliegrichting en voeren hun naderingscircuit met linkse of rechtse bochten uit, zonder daarbij de helizone te overvliegen. Wanneer de heersende wind van richting is veranderd zal in samenspraak met andere piloten de pijl die de landingsrichting aangeeft van richting veranderd worden om de veiligheid te waarborgen. Informeer ook de andere piloten van deze verandering.

Art. 12: Acrobatie boven het terrein, 3D-manoeuvres en lage, snelle overvluchten tegen de startrichting zijn niet toegelaten tenzij de piloot op dat ogenblik als enige vliegt. Overtreders zullen hiervoor een aanmaning krijgen, gevolgd door schorsing bij herhaling. Het uitvoeren van “3D” – manoeuvres met helikopters is verboden. Lichte acro is toegestaan in samenspraak met de andere piloten aanwezig, ook mag deze de contouren van het terrein niet overschrijden.

Art. 13: Het is verplicht gegroepeerd te blijven in de door krijtlijnen aangeduide vakken om signaalinterferentie te vermijden en om gemakkelijk op de hoogte te blijven van elkaars intenties. Als het terrein moet betreden worden zal dit vooraf met luide stem worden aangekondigd: “MAN OP VELD”. Keer daarna zo snel mogelijk en langs de kortste weg terug naar de zijkant van het terrein of naar het pilotenvak.

Art. 14: Landingmanoeuvers moeten ook met luide stem worden aangekondigd “LANDING” en mogen slechts gebeuren als het terrein vrij is. Het terughalen van het toestel moet zo snel mogelijk gebeuren zonder de andere landingen te hinderen.

Art. 15: Als schade is aangebracht aan andermans eigendom dient deze schade gemeld te worden aan het bestuur. Voor zover de schade in aanmerking komt voor terugbetaling door de verzekering, moet de piloot die de schade veroorzaakte samenwerken met het bestuur om de aangifte zo snel en volledig mogelijk te laten gebeuren. De formulieren bevinden zich in een map in de kantine.

Indien de schade niet in aanmerking komt voor terugbetaling door de verzekering (zoals kosten aan vliegmateriaal ), dan dient de schade door de in de fout gestelde piloot vergoed te worden. Indien geen minnelijke schikking getroffen wordt, zal het bestuur de verantwoordelijkheid bepalen en een bedrag vaststellen. De beslissingen van het bestuur zijn niet aanvechtbaar. Indien de veroorzaker weigert te betalen, zal hij/zij geschorst worden voor onbepaalde duur en kan hij/zij zelfs gerechtelijk vervolgd worden door de vzw SMAC.

Art. 16: Wie de controle over zijn toestel verliest zal anderen met luide stem op de hoogte brengen, om het gevaar te melden en het zoeken van een toestel dat buiten het terrein terechtkomt te vereenvoudigen. Men zal erop letten bij het terughalen van het model zo weinig mogelijk schade aan te brengen door vertrappelen van gewassen. Alle brokstukken, ook diegene die niet meer bruikbaar zijn, dienen meegebracht te worden!

Art. 17: Nieuwe piloten dienen zich te melden bij de verantwoordelijke voor vlieginstructie om hun toestel(len) en vliegvaardigheid te laten evalueren. Indien het nodig blijkt worden zij doorverwezen naar een monitor voor (her)scholing. Enkel piloten in het bezit van een veiligheidsbrevet A uitgereikt door de VML mogen zonder toezicht vliegen. De monitoren en examinatoren beoefenen hun functie kosteloos en zij kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade aan toestellen die kan voortvloeien uit het beoefenen van hun functie indien zij in het bezit zijn van een brevet instructeur (kan bekomen worden bij een examinator). In de kantine kan u de lijst van instructeurs en examinatoren terugvinden, deze zullen ook op de website geplaatst worden.

Art. 18: De monitoren zullen elk nieuw toestel aan een grondige technische controle onderwerpen. Indien het toestel niet volledig vliegwaardig is, mag er niet gevlogen worden.

Art. 19: Een monitor zal onder geen enkel beding de leerling verlaten zolang het toestel van deze laatste in de lucht is. Hij/zij zal ook het toestel niet uit het oog verliezen en ingrijpen zodra er een gevaarlijke toestand ontstaat.

Art. 20: Klachten en overtredingen tegen dit reglement dienen onmiddellijk aan het bestuur gemeld te worden.

Art. 21:  Drones zijn toegelaten, en worden onder de categorie helikopter gerekend. Filmen is enkel toegestaan op het terrein, en FPV wordt ook enkel toegestaan boven het vliegterrein. Onder voorwaarde dat er een houder van brevet A helikopter, via een trainerkabel, gedeeltelijk de controle bewaart over het toestel.

Art. 22: Ten strengste verboden zijn:

  • Pulsoreactors (Zogenaamde straalpijpen)
  • Resonantiepijpen zonder geluidsdemper
  • Defecte of geen uitlaat
  • Thermische motoren met een cilinderinhoud van meer dan 160 cc
  • Reactiemotoren met een stuwkracht van meer dan 120 Newton (11,77 kg)
  • Toestellen van meer dan 25 kg :Categorie 3 (zie Hoofdstuk 5, Art 4)

Art. 23: Tijdens het maaien van het grasveld is iedere vliegactiviteit verboden.


 

HOOFDSTUK 6: KANTINE EN BELEEFDHEIDSREGELS

Art. 1: De uitbating van de kantine gebeurt volgens onderstaande richtlijnen:

  • De kantine is geopend op zaterdag en zondag vanaf 14.00 tot 19.00 uur (Winter 18.30 uur). Openingsuren buiten deze periodes kunnen door het bestuur toegelaten worden, als de uitbating op vrijwillige basis gebeurt.
  • Indien er geen clubleden in de kantine meer zijn heeft de uitbater het recht om de kantine te sluiten vanaf 18.00 uur.
  • De prijzen voor de gebruiksgoederen in de kantine worden vastgesteld door het bestuur. Een prijslijst zal goed zichtbaar en duidelijk leesbaar in het clublokaal aanwezig zijn.
  • De bediening van de leden zal op een vriendelijke en hygiënische manier gebeuren d.m.v. bestelling en afhaling aan de toog.

Art. 2: In de kantine geldt een algemeen rookverbod. Rokers worden verzocht buiten geen peuken op de grond te werpen en gebruik te maken van asbakken.

Art. 3: Het clublokaal en het vliegterrein worden gebruikt door alle leden. Dit betekent dat ieder lid persoonlijk verantwoordelijk is voor het behoud van de goede staat ervan. Het laten rondslingeren van gebruikte goederen en allerlei afval (eet- en drankverpakkingen, plakband, kapotte vliegtuigonderdelen, peuken, plasticzakken, enz.) getuigt van weinig respect voor de anderen. En kan schorsing of andere sanctie ten gevolge hebben.

 

Art. 4: Het laatste lid dat het terrein verlaat zorgt ervoor dat alle poorten gesloten zijn.

Art. 5: In de kantine zijn alcoholische dranken beschikbaar, maar wees zelf verantwoordelijk en beperk het drankgebruik zolang U van plan bent te vliegen. Moest U in het ergste geval een ongeval veroorzaken – al dan niet door een technisch defect- dan bent U niet verzekerd voor de schade.

HOOFDSTUK 7: DISCIPLINAIR VLIEGVERBOD

Het pleinreglement moet strikt nageleefd worden. Het lid dat een schorsing of uitsluiting opgelopen heeft mag geen gebruik meer maken van het vliegterrein voor de periode van de sanctie. De lidkaart wordt gedurende die tijd in beslag genomen en geplaatst op de zwarte lijst in de kantine.

Een forfaitair vliegverbod van twee weken met onmiddellijke ingang wordt door het bestuur opgelegd bij vaststelling van volgende zware schendingen van het reglement:

  • Taxiën of vliegen binnen de zone afgebakend door de volle witte krijtlijn, het op lage hoogte overvliegen van personen en de kantine.
  • Gevaarlijke vliegmanoeuvres uitvoeren die de veiligheid in het gedrang brengen.
  • Vliegen buiten de vooropgestelde vlieguren.
  • Het negeren van aanmaningen van een bestuurslid in verband met de vliegveiligheid
  • Vliegen onder invloed van alcohol of drugs